Als een werkgever reorganiseert, brengt hij alle bestaande functies vaak onder bij een van de volgende vier categorieën:

1. Blijffunctie. Hierin vinden niet of nauwelijks wijzigingen plaats. De functie blijft. De medewerkers worden niet boventallig verklaard.
2. Veranderfunctie. De inhoud van de functie verandert ingrijpend. Werkzaamheden worden opnieuw ingedeeld en alle medewerkers in deze functie raken boventallig. Voorbeeld: door automatisering van de logistiek worden alle chauffeurs van steekwagens vervangen door één operator die alle bewegingen van achter zijn scherm doet.
3. Krimpfunctie. Een deel van de werknemers wordt boventallig verklaard, terwijl de rest dezelfde functie kan blijven vervullen. Voorbeeld: doordat er minder vraag is naar tuinstoelen, neemt het aantal productiemedewerkers in de fabriek af. Wie boventallig is en wie niet, wordt vaak bepaald door afspiegelen
4. Verdwijnfunctie. De functie verdwijnt volledig en alle werknemers die deze functie vervullen, worden boventallig. Voorbeeld: een hotel-restaurant sluit het restaurantgedeelte voorgoed.